Dit boek valt direct op vanwege de uitnodigende en sprankelende cover. Er valt ontzettend veel in te ontdekken; de kleurrijke insecten, planten en bloemen die er te zien zijn, lijken je uit te nodigen het boek snel open te slaan.
Als je het boek vervolgens openslaat, maak je op de binnenkant van het omslag meteen kennis met alle insecten in dit boek. Een oplettende kijker bladert dan direct even door naar her eind, want ook daar staan op de binnenkant allerlei insecten. Onder deze insecten staat wat de dieren eten of waar ze van leven.
Sla je het boek dan nu echt helemaal open, dan vergaap je je aan de indrukwekkende platen, gemaakt door knipkunstenaar Geertje Aalders. Alles wat er te zien is, is met de hand geknipt, bij elkaar geplaatst en vervolgens gefotografeerd van boven af om tot deze prachtige platen te komen.
Bibi Dumon Tak maakt met haar tekst het geheel helemaal af. Dit verhaal gaat over een kookwedstrijd, waarbij de vierde plaats winnen betekent. De mestkevers besluiten niet mee te doen met de wedstrijd dit jaar, omdat de jury hun gerecht 'poep op een bedje van poep' nooit wil proeven. Maar als de oudste en meest wijze mestkever het niet eens is en een betoog houdt waarom ze wel mee moeten doen, doen ze toch maar weer mee. De leukste gerechten komen voorbij, zoals een vlaflip van perziknectar en een sorbet van schuimig berkensap. Het einde van het verhaal is niet verrassend, maar de weg ernaartoe is erg mooi uitgewerkt.