Mooi, aangrijpend, spannend, maar ook een beetje humor. Dat vat dit boek goed samen. Bij het begin van het boek denk je dat het gaat over leven in de tijd van de pest (hoe toepasselijk, want ik las het in de tijd van corona…maar dat terzijde). Alleen gaat het eigenlijke verhaal over de zoektocht van Jacob naar Catrijn, zijn zusje. Als hun moeder komt te overlijden aan de pest, moeten de kinderen naar een weeshuis. Catrijn verstopt zich omdat ze een huidziekte heeft waarvan anderen denken dat het de pest is, en blijft alleen achter als broer Jacob meegenomen wordt naar het weeshuis. In het weeshuis ontmoet Jacob de goedzak Willem; een behulpzame jongen en een beer van een kerel, die hem uiteindelijk helpt ontsnappen uit het weeshuis. Willem en Jacob komen bij een aantal andere iets oudere kinderen terecht die Jacob uiteindelijk gaan helpen met de zoektocht naar zijn zusje, want die blijkt niet meer in hun ouderlijk huis te zijn. Deze zoektocht levert spannende, maar ook grappige momenten op en een ontroerend mooi einde.
Het boek is goed opgebouwd. Je krijgt exact die informatie die nodig is, niet meer, niet minder. De wisselende korte stukjes tussendoor waarbij je meer leest over één personage, geven extra achtergrondinformatie die helpen het beeld van iedereen compleet te maken. Mooie toevoeging, vooral ook door de vormgeving.
Een echte aanrader!
Een tip: je vindt een mooie lesbrief bij dit boek op de site van uitgeverij Billybones