top of page
Marijke Klompmaker

'Ik houd zelf erg van het creëren van een ‘eigen wereld’, waar kinderen helemaal in kunnen verdwijnen.'

Als je eenmaal illustraties gezien hebt van Marijke Klompmaker, herken je haar werk direct, al is het alleen al door de gezichtsuitdrukkingen zoals de vele blosjes op de wangen. Noem het speels bijzonder, divers en vaak een beetje humoristisch. Haar kleurrijke illustraties zijn vaak lekker druk en hebben iets speciaals. De ene keer is haar werk realistisch, de andere keer weer haast expressionistisch. Of juist weer lekker chaotisch, haast rommelig zoals in 'Waar is Polle Poes?Niet zo gek dat ze in 2021 een Zilveren Penseel won voor haar werk in een van de boeken die ze samen maakte met Stine Jensen: 'Alles wat was'. De hoogste tijd om Marijke Klompmaker en haar werk in het zonnetje te zetten!

Marijke Klompmaker

Kun je in het kort iets over jezelf vertellen?

Ik ben al heel lang illustrator, voor allerlei soorten kinderboeken. En soms maak ik iets voor een zorginstelling, of een keer voor het brandwondencentrum, of voor een app. Ik ben in Friesland op het platteland geboren, maar woon sinds mijn twintigste in Groningen. Ik heb een man en twee kinderen, die nu al het huis uit zijn. Ik heb altijd veel gelezen, als jong kind al, én veel getekend. Nu teken ik voor mijn werk dus, en lees nog steeds graag. Ook vind ik het erg leuk om naar het theater te gaan. Geweldig om ook daar weer in een andere wereld te worden meegenomen.

​

Hoe ben je illustrator geworden?

Ooit heb ik eerst de pabo gedaan, omdat de kunstacademie me te eng leek. Ik was heel verlegen en het leek me dat daar allemaal kunstzinnige en ongetwijfeld assertieve types op zaten. Maar omdat er toen totaal geen werk was voor docenten, trok ik de stoute schoenen aan en meldde me bij de kunstacademie in Groningen. Gelukkig, want eigenlijk heb ik altijd al kinderboekenillustrator willen worden.

De droom van Amalia
Werktafel

Hoe ga je te werk?

Ik werk op papier, met gemengde materialen: gouache, kleurpotlood, soms collage. En ik teken ook wel in de app Procreate, heel handig omdat je zo makkelijk iets kan verbeteren. Ik zie heel veel mooie dingen op Instagram voorbij komen. Daar haal ik echt wel technieken vandaan, en ik koop soms ook de prentenboeken van die mensen. Daar kan ik me echt aan vergapen. Ik bewonder bijvoorbeeld Isabelle Arsenault, Beatrice Allemagne, Shaun Tan. Die laatste kan óók nog fantastisch schrijven.

Hoe zou je eigen stijl het best omschrijven? 

Mijn stijl is veranderd. Het werk dat ik eerst maakte was heel bont, het ging alle kanten op. Ik zie ook van heel oud werk dat bijvoorbeeld benen te kort zijn, of een gezicht raar is. Maar ja, je leert zóveel bij in de loop van de tijd. Wat me ook hielp, is dat ik een blog begon (heb ik nog steeds!). Daardoor reflecteer je meer op je werk, en keek ik ook met andere ogen naar andermans tekeningen. Die stijl ging ik ook wel eens na proberen te maken. Uiteindelijk nam ik daar dan toch wat van mee in het werk-in-opdracht.

​

Wat was je eerste boek waar je illustraties voor maakte? En wat is het meest recente boek waar je aan gewerkt hebt?

Het eerste boek was notabene een 10-delige tekenfilmserie voor de KRO/NCRV, Pieleltje Peenhaar heette dat. Een droomstart! Het was samen met mijn vriend, die het had bedacht en de liedjes inzong en speelde. En nu ben ik met een AVI boekje bezig (dat is voor beginnende lezers, in groep 3 of 4) van uitgeverij Kluitman. Ook erg leuk om te doen.

Illustratie1
Alles wat (niet) mag
Waar is Polle Poes?
Iemand in het bijzonder

Is er een boek dat of misschien wel een specifieke illustratie die voor jou extra bijzonder is?

Mijn eerste écht eigen boek is heel speciaal voor mij: 'Waar is Polle Poes?’ Het is een kijk- en zoekboek voor kleuters, en daarin kon ik helemaal los gaan. Fantastisch om te doen. Ik houd zelf erg van het creëren van een ‘eigen wereld’, waar kinderen helemaal in kunnen verdwijnen. Omdat het een zoekboek is, kunnen kinderen er steeds weer nieuwe dingen in ontdekken. Ik heb echt geprobeerd om niet ‘netjes’ of met kloppend perspectief te tekenen. Dat is gelukt, de recensent van dagblad Trouw schreef: ‘Met een heerlijk gedurfde, kronkelende losheid bouwt ze met potlood, penseel en collage schots en scheve themahuizen met golvende muren.’ Mooier kun je het niet krijgen ;) Ik ben verder heel erg blij met het boek ‘Iemand in het bijzonder’ van Arend van Dam. Al die levens van vrouwen die belangrijk waren in de Nederlandse geschiedenis, zo’n goed onderwerp. Fantastisch om de tekeningen bij te maken.

​

Wat maakt jouw werk uniek?

Toen ik van de kunstacademie kwam, illustreerde ik zoals ik dacht dat het ‘hoorde’. Het was erg moeilijk om me daaraan te ontworstelen. Ik durf losser te tekenen, ik krijg daar steeds meer vrijheid in. Zelf vind ik ook dat ik goed ben in het tekenen van gezichtsuitdrukkingen, in de gevoelens van een personage.

 

Wat zou je nog heel graag willen uitbrengen?

Mijn eigen geschreven en getekende boek 'Waar is Polle Poes?’ smaakt naar meer. Meer eigen werk dus.

bottom of page