Yoko Heiligers
'Als je wat langer naar iets ‘normaals’ kijkt, wordt het vanzelf interessant of zelfs heel raar: het is maar hoe je het bekijkt. Dat vind ik leuk. Zo kan ik me over van alles verwonderen en vaak gebruik ik die 'verwonderingen' ook in mijn illustraties.'
Yoko Heiligers is illustrator van kinderboeken en ze illustreert voor Het Parool. Ze illustreert niet alleen voor anderen, ze maakt ook eigen prentenboeken. Opvallend in haar werk is dat dieren de overhand hebben in haar oeuvre. Een titel van haar eigen hand is 'Wauw Pauw', dat is uitgegeven bij uitgeverij Marmer in 2016. Dit boek won in 2017 een Vlag en Wimpel. Een recente en misschien wel het meest bekende boek van haar is 'Mensendieren', uitgegeven bij uitgeverij Loopvis in 2023. Een boek dat in juni 2024 bekroond werd met een Zilveren Penseel.
Yoko is geboren in Groningen in 1983 en als kind tekende en knutselde ze al graag. En al die tijd hield ze ontzettend veel van dieren. Vroeger was ze een heus paardenmeisje en tekende ze alleen maar paarden, meestal in één lijn, liefst met een zwarte stift of pen en van de zijkant. Met of zonder ruiter dat maakte haar niet uit, het ging om het paard. Toen ze een jaar of vijftien was, hield die paardenliefde een beetje op en kreeg ze andere interesses, maar tekenen is ze altijd graag blijven doen. Maar ook al ziet ze paarden niet zo veel meer, ze vindt ze nog altijd fantastische wezens.
Yoko woont sinds haar studie in Zwolle. Nu met man, dochter en kat. Bij haar om de hoek zit een kinderboerderij en daar doet ze elke week vrijwilligerswerk, daar kikkert ze altijd van op om tussen de dieren te zijn. In de stad deelt ze een fijne studio met andere illustratoren. Zelf bewondert ze onder andere het werk van Joke van Leeuwen: 'prachtig hoe zij tekst en beeld weet te combineren'. En favoriete kinderenboeken zijn onder andere 'De gebroeders Leeuwenhart' van Astrid Lindgren en 'Het oneindige verhaal' van Michael Ende.
Yoko heeft Illustratie gestudeerd aan ArtEZ in Zwolle en is in 2007 afgestudeerd. Hoewel ze aan de academie begon met het idee om prentenboekenillustrator te worden, heeft ze (naast de portrettekenlessen die ze had) tijdens die studie vooral heel andere dingen gemaakt dan illustraties: stop-motion animaties, driedimensionaal werk en beeldend theater. Pas later, na haar studie, is ze boeken gaan maken en gaan illustreren.
​
Er is wat haar betreft wel een verschil tussen het maken van een eigen boek of een boek in opdracht. Een eigen boek dat ontstaat vanuit persoonlijke fascinaties, zoals 'Mensendieren' en 'Wauw Pauw', levert haar uiteindelijk heel veel voldoening op, maar lang niet alles in het proces van het maken vindt ze leuk. 'Mensendieren' en 'Wauw Pauw' zijn vanwege redenen die dicht bij elkaar liggen haar fascinatie. De schoonheid van dieren en de paradoxale relatie tussen mens en dier heeft ze in 'Mensendieren' verwerkt en in 'Wauw Pauw' heeft ze ingezoomd op de witte pauw, omdat ze dit dier niet kende. Daarbij maakte ze het extra interessant, want de hoofdpersoon is zoals ze zelf aangeeft 'restruimte'.
Yoko geeft aan dat het bij haar vaak voor een groot deel van de tijd een heel geworstel is: 'een eindeloos gepuzzel en gezoek tot alles klopt en bij elkaar komt'. Maar als het moment is gekomen dat de grote lijn klopt en als ze ziet hoe alles een geheel gaat worden, als ze beeldende vondsten kan doen en dus in ‘de flow’ komt, dan weet ze weer waar ze het voor doet: 'dat is een heerlijke fase'. Omdat Yoko nogal perfectionistisch kan zijn, maakt ze het zichzelf soms best wel moeilijk.
Bij het illustreren van iets in opdracht merkt ze dat die worsteling er vaak minder is, maar illustreren blijft puzzelen. Als ze iets maakt voor 'Het Parool' zit daar vaak een strakke deadline op. Deadlines vindt ze fijn, ook al kan het stressvol zijn.
Inspiratie haalt Yoko uit van alles en nog wat; dingen die ze hoort, leest of om zich heen ziet. Ze observeert graag: 'als je wat langer naar iets ‘normaals’ kijkt, wordt het vanzelf interessant of zelfs heel raar: het is maar hoe je het bekijkt. Dat vind ik leuk. Zo kan ik me over van alles verwonderen en vaak gebruik ik die 'verwonderingen' ook in mijn illustraties.' Als ze zich druk maakt over iets, bijvoorbeeld over hoe mensen met dieren omgaan, is dat vaak ook een goeie reden om erover te tekenen.
Meestal begint ze met potloodschetsen, die ze vervolgens op de lichtbak uitwerkt met een kroontjespen en inkt of met fineliners. Als dat droog is, scant ze de tekeningen in om ze vervolgens digitaal in te kleuren. Eigenlijk maakt ze dus een soort van eigen kleurplaten. Op die manier heeft ze alle ruimte om eindeloos te schuiven, bij te werken en alles te perfectioneren. Vooral bij prentenboeken gebruikt ze ook geschilderde kleurvlakken. Die scant ze in en vervolgens knipt ze daar de vormen van de lijntekeningen uit, als een collage.​​
Kenmerkend aan de illustraties van Yoko zijn de strakke, duidelijke vaak grote illustraties. Door het gebruik van veel strakke lijnen en grote kleurvlakken, lijken haar illustraties zoals eerder beschreven haast kleurplaten. Helemaal als je de kleuren weglaat. Haar illustraties stralen eenvoud uit, maar zijn totaal niet eenvoudig te noemen. Ze zijn kunstzinnig, vindingrijk en goed doordacht. ​Een aantal kinderboeken waar ze aan meewerkte of die ze zelf maakte, licht ik hieronder uit.
In 'Scheten uit de schoorsteen' lees je het verhaal over klimaatverandering op een toegankelijke manier voor jonge kinderen. De tekst van Marc ter Horst wordt goed ondersteund door de strakke, duidelijke en grote illustraties die Yoko bij dit boek maakte. Heel overzichtelijk tegenover heel veel details en een mooi kleurenpalet. Kijk alleen maar de cover. De ijsbeer op de eenzame zee omhoogkijkend naar wat lijkt de ellende in de lucht en zijn eigen bijdrage aan de ellende is daarbij geestig bedacht. Door dit soort accenten voelt het net even wat minder zwaar. Geheid lol en gekkigheid met zo vaak het woord 'scheten' en de kleine (en grote) afgebeelde scheten. Want hoe leuk is het als de voorlezer 'scheten' voorleest én je als luisteraar de scheet 'ziet' in het boek! Niet voor niets uitgeroepen tot 'Beste Kinderklimaatboek 2022/2023' in de categorie 0-5 jaar.
​
'De lijst van Violet Sopjes' is een fictieboek voor oudere lezers (10+) en bevat een aardig aantal illustraties van Yoko. Alle verhalen die hoofdpersoon Violet Sopjes opschrijft in haar schriftje zijn als hoofdstuk weergegeven. Deze verhalen zijn voorzien van schitterende, sprekende illustraties van Yoko Heiligers, waarbij de groene kleur overheerst. De illustraties stralen een kracht van eenvoud uit zonder overdaad van overbodige versieringen. Prachtig hoe door de weinig kleuren en de strakke lijnen en grote vlakken toch een zeer krachtige en onmisbare sfeer wordt neergezet.
​​​
In 'Mensendieren'heeft Yoko Heiligers 25 kunstwerken in één boek gestopt, die stuk voor stuk het kijken meer dan waard zijn. Op een zeer originele wijze, maak je kennis met 25 dieren; een heerlijke willekeurige bonte verzameling aan dieren. Je ziet op elke spread een paginagrote illustratie die uit meerdere kleinere illustraties bestaat. Het bijzondere eraan is dat de kleinere illustraties in elkaar overlopen, waarbij steeds de relatie dier en mens inzichtelijk is gemaakt. Heel kunstzinnig, vindingrijk en goed doordacht. De illustraties zijn alle 25 uniek in kleur en compositie en toch zie je duidelijk het handschrift van Yoko. De vlakken, de strakke lijnen en wijze waarop kleuren zijn gebruikt zijn allemaal aspecten die opvallen en het geheel eigen maken.
Voor Yoko zijn een paar illustraties extra bijzonder. 'Koe' uit 'Mensendieren' is voor haar bijzonder, omdat 'Koe' het eerste dier was dat ze opdeelde en tekende op deze unieke manier. Dat heeft ze ervaren als een fijne uitdaging waardoor ze daarna meer dieren op die manier is gaan tekenen. Eerst meerdere dieren met een 'K' en daarna volgden andere dieren. Toen ze 25 dieren had stuurde ze de verzameling op naar 'The Unpublished Picturebook Showcase van dPictus' en werd het een zeer succesvol boek.
Ook ziet ze de illustratie van de ijsschotsen/zeehonden uit 'Scheten uit de schoorsteen' als een van haar favorieten, vooral vanwege de 'vondst' van de zeehondenvormen. Dat maakt het heel leuk voor haar om te maken.
Het eerste boek waar Yoko illustraties voor maakte was voor een verhalenbundel die haar moeder had geschreven: ‘De liefste moeder die ik ooit ken’ (uitgeverij Marmer). Elk hoofdstuk in dit boek begint met een illustratie van ijzerdraad: 'ijzerdraad als materiaal kan veel kanten opbuigen maar heeft ook begrenzingen, en dat vond ik heel prettig werken'. Een bijzondere vorm van lijntekeningen. Dat boek voelt voor Yoko achteraf gezien als een soort tussenfase in haar werk. Daarna is ze ‘gewoon’ gaan tekenen.
Haar laatste werk bestaat uit illustraties voor de serie 'BAM!Ik lees' van uitgeverij Volt. Ze heeft hiervoor illustraties gemaakt bij een tekst van Mark Haayema, over een orkest: ‘Zit hier muziek in?’. Aangezien Yoko zelf niet in een orkest zit, was het best een uitdaging en had het wel wat onderzoek nodig. Ze moest bijvoorbeeld goed uitzoeken wie waar zit in een orkest, hoe alle instrumenten eruit zien en hoe ze bespeeld worden. Het leuke is dat er dus echt muziek in het boek zit: je kunt het lied uit het boek via een QR-code beluisteren, gespeeld door een echt orkest, en vervolgens meezingen!
Er is heel veel wat ze nog zou willen doen. Zo wilde ze bijvoorbeeld altijd al eens een Gouden Boekje illustreren en nu heeft ze het geluk dat dat gaat gebeuren; die komt volgend voorjaar uit bij uitgeverij Rubinstein, over de Wadden, ook nog eens één van haar favoriete plekken. Verder werkt ze met veel plezier op dit moment aan een groter boekproject, maar wat dat is, blijft nog even een grote verrassing. Iets wat haar ook nog wel heel leuk lijkt, is het maken van illustraties bij een kartonboekje voor echt hele kleintjes. En daarnaast blijft ze ter afwisseling ook graag illustreren voor volwassenen, in de krant maar dat ook in boekvorm.