top of page
Juliette de Wit
'De meeste kinderboeken die ik illustreer zijn realistisch. Ik probeer altijd vaart en beweging erin te brengen; emoties tekenen vind ik het leukst.'
1 studio Amsterdam
Schilderen in Frankrijk
Studio Frankrijk
Buster

Je hebt vast al eens een boek in handen gehad of gezien waar de naam Juliette de Wit op staat. Juliette de Wit illustreerde inmiddels namelijk bijna 600(!) boeken, zowel cover als binnenwerk. Ik noem er een paar: de serie ‘Spekkie en Sproet’ (Vivian den Hollander) waar inmiddels bijna dertig delen van zijn, ‘Sinterklaas ABC’ (Mariska Hammerstein), ‘Een spannende opdracht’ (Anneke Scholtens), ‘De ongelooflijke (maar waargebeurde) heldendaden van Antar’(Lydia Rood), ‘ De oorlog van mijn vader’ (Marte Jongbloed), ‘Sinbad de Zeeman’ (Tiny Fisscher), haar eigen boeken over Ollie en vele AVI-boeken. Juliette heeft dan ook met wel heel veel diverse auteurs samengewerkt. De hoogste tijd om haar hier in het zonnetje te zetten.

Juliette is geboren en getogen in Amsterdam en woont daar nog steeds, samen met haar man. Ze heeft één zoon, Buster. In hun eigen huis heeft ze een studio op maat, waar ze niet alleen illustraties voor kinderboeken maakt. Ze is namelijk ook stads- en landschapsschilder. Ze werkt niet alleen in Amsterdam. Haar man heeft namelijk in Frankrijk een huis in de natuur gebouwd, waar ze vaak verblijven. Ook daar schildert ze graag. Maar ze doet meer dan schilderen en illustreren. Juliette is ook basgitarist en zangeres in bands.

Zelf bewondert ze het werk van Thé Tjong- Khing. Dat werk blijft haar fascineren en inspireren. Ook het werk van bijvoorbeeld Catharina Valckx, Yvonne Jagtenberg en Claudie de Cleen vindt ze erg mooi. Zelf zegt ze daarover: ‘Juist tekeningen die het tegenovergestelde zijn van de mijne, (ik teken altijd realistisch) zie ik graag’. Als striptekenaar kijkt ze graag naar stripboeken. Ze leest ze niet, ze kijkt alleen. Guido van Driel, die stripverhalen schildert, en Tardi zijn namen van wie ze het werk erg interessant vindt.

 

Met artistieke ouders is het niet zo gek dat Juliette de Wit illustrator werd. Na de middelbare school (Individueel Voortgezet Kunstzinnig Onderwijs) heeft zij de opleiding Illustreren aan de Rietveld Academie in Amsterdam met succes behaald. Ze kreeg les van onder andere Thé Tjong- Khing, Carl Hollander en Piet Klaasse. Niet de minste namen. Via Piet Klaasse kreeg ze in het laatste jaar al opdrachten. Opdrachten die sinds 1982 nooit zijn gestopt. Ze studeerde af op ‘striptekenen’ en als je goed kijkt naar al haar illustraties is daar wel iets van terug te zien. Ze begon bij uitgeverij Querido en na de geboorte van zoon Buster in 1988 heeft ze opdrachten aangenomen van andere uitgevers en opdrachtgevers om financiële afwegingen. Leuk weetje daarbij is dat zij haar zoon genoemd heeft naar degene over wie het verhaal ging waar ze de illustraties van maakte toen ze zwanger was. De overstap naar andere uitgeverijen destijds, is wel bepalend geweest voor haar stijl en soorten opdrachten. Ze heeft namelijk naast kinderboeken veel voor volwassenen getekend. Dan gaat het om strips, illustraties bij voorlichtingen, tekeningen bij boeken over opvoeden en illustraties voor diverse kranten en tijdschriften.

Boeken
Boeken2

De wijze van illustreren is in al die jaren enigszins veranderd. Toen ze net begon met illustreren gebruikte ze voornamelijk verschillende soort potloden. De tekeningen bestonden uit veel details en fijne lijnen. Daarna tekende ze op papier met Oost-Indische inkt waarbij ze alles inkleurde met markers. Toen ze een computer kreeg (1997), tekende ze alles digitaal. Een overgang die daarbij opvalt is dat haar werk steeds iets minder gedetailleerd is geworden. Op het moment maakt ze voor haar eigen nieuwe boek over Ollie weer de overstap terug naar papier, met goacheverf, wat ze spannend en nieuw vindt. Inspiratie haalt ze in kinderboekwinkels en van Instagram en Facebook.

Met zo veel titels waar ze illustraties voor maakte, mag duidelijk zijn dat ze het ontzettend leuk vindt om te doen. ‘De meeste kinderboeken die ik illustreer zijn realistisch. Ik probeer altijd vaart en beweging erin te brengen; emoties tekenen vind ik het leukst.’ Die vaart en beweging is te zien in haar illustraties. Met Vivian den Hollander werkt ze al sinds 1999 samen. In augustus 2025, verschijnt het nieuwste deel in de serie ‘Spekkie en Sproet’. Ze houdt de tel eigenlijk niet meer bij, want de teller staat inmiddels op bijna dertig. ‘Ze (Spekkie en Sproet) zijn echt mijn kinderen, ik zou wel eens willen weten hoeveel duizenden illustraties ik van ze gemaakt heb.’

 

Materialen
Materialen1
Klare lijn

Over haar stijl geeft ze zelf aan: ‘Klare lijn? Elke dag wil ik het anders gaan doen maar dat blijkt moeilijk. Blijf toch aan lijnen vastzitten’. Vaak wordt gezegd tegen haar dat men haar schetsen mooi vindt, maar het blijft voor haar lastig om die beweging er bij het uitwerken in te houden. Op het moment werkt ze aan een langlopende zelf uitgegeven strip ‘The Re-Up’ met Amerikaam Chad Bilyeu. Ze tekent hiervoor op de Ipad Pro en door de fijne tools op de Ipad én het feit dat het een heel ander verhaal is (het gaat over een drugsdealer), is die stijl niet te vergelijken met die in die van haar vele kinderboeken. Doordat ze dus ook werkt aan andere opdrachten dan alleen kinderboeken en voor verschillende doelgroepen tekent, merkt ze dat er nauwelijks aandacht is voor haar werk.

Het eerste boek waar ze illustraties voor maakte, vond ze niet zo leuk. Het tweede boek wel. Dat was ‘We zien wel wat het wordt’, een gedichtenbundel van Willem Wilmink (Querido, 1985). Momenteel werkt ze aan een boek voor groep 8, geschreven door Caja Cazemir, een voorleesbundel van ‘Spekkie en Sproet’ (‘moet ik ze nog wel wat jonger tekenen…’) en ze werkt aan een nieuw deel van haar eigen tekstloze prentenboek ‘Ollie’. Ze heeft het ingediend bij de uitgever vindt het spannend of de uitgever het wil uitgeven: ‘Ik wil er lang aan kunnen werken, werk liever niet met een deadline’.

Juliette vindt het lastig om aan te geven welke illustratie of welk boek extra bijzonder voor haar is. Niet zo gek met zo veel boeken waar je illustraties voor gemaakt heeft. Ze noemt toch een paar opdrachten: het stripproject van Thé Tjong-Khing ‘De man die geen saxofoon mocht spelen’, de hertaling van Tiny Fisscher ‘Reis om de wereld in 80 dagen’ en ‘De ongelooflijke (maar waargebeurde) heldendaden van Antar’ van Lydia Rood. Ze vindt het namelijk een verademing om een andere tijd dan de tijd van nu te tekenen.

De man die geen saxofoon mocht spelen
Ollie
The Re-Up
We zien wel wat het wordt
Spekkie en Sproet
Reis om de wereld
Ridderverhaal
Antar
Sinbad
logo Spekkie en Sproet
Sinterklaas ABC

Het werk van Juliette valt op door een aantal elementen, ook al is het, zoals eerder vermeld, in de loop van de jaren een beetje veranderd. Haar illustraties hebben een vriendelijke en toegankelijke uitstraling waarbij vooral de emoties, de compositie, het lijnenspel en het authentieke opvallen. Dat authentieke zit ‘m voornamelijk in de mensen die zij illustreert. Leg twee illustraties naast elkaar uit verschillende boeken en je ziet direct overeenkomsten. Een aantal boeken zal ik hieronder iets kort uitlichten. De keuze is echter lastig, want Juliette heeft zo veel gemaakt. Ik kies voor een aantal boeken die ik zelf (redelijk) goed ken en zelf mooi vind.

Allereerst iets over ‘De ongelooflijke (maar waargebeurde) heldendaden van Antar' van Lydia Rood. De illustratie op de voorkant triggert direct, maar ook de andere illustraties die dit boek sieren, maken nieuwsgierig naar het verhaal in dit boek. De 29 korte verhalen in dit boek schetsen kort een deel van het leven van Antar (die echt geleefd heeft). Alle verhalen zijn voorzien van prachtige, sferische illustraties van Juliette die goed bij de kern van het hoofdstuk passen of die goed aanvullen. Niet alleen de personages zijn passend bij de tijd van het boek, ook de omgeving rondom de personages is opvallend ijzersterk. Zachte kleuren en fijne soms gedetailleerde omgevingen (zoals het paleis) en dan een wat vagere omgeving (bijvoorbeeld het water en de bergen). Passende contrasten in het geheel. Heel anders dan de boeken van Spekkie en Sproet waar zij er ook heel wat van illustreerde en dat ligt niet alleen aan de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Juliette laat met de illustraties in dit boek zien dat ze groeit in haar werk.

 

In ’Sinbad de Zeeman’ van Tiny Fisscher herken je een beetje dezelfde soort stijl als die in ‘De ongelooflijke (maar waargebeurde) heldendaden van Antar’. In dit boek staan zeven reizen van Sinbad de Zeeman, elk met illustraties van een andere illustrator. Misschien vinden sommigen de illustraties van Juliette de Wit hier een vreemde eend in de bijt vergeleken met de rest, maar dat maakt juist dat haar illustraties opvallen en dat kenmerkt tocht echt een goede verhouding tekst-beeld. Ze passen bij de wereld van Sinbad de Zeeman. Sferisch, een beetje mysterieus en sprekend door de diverse kleuren, technieken en compositie.

​

Uiteraard kan ik niet om Spekkie en Sproet heen. In deze enigszins spannende serie beleven de kinderen Spekkie en Sproet allerlei avonturen. De relatief vele illustraties in deze boeken kenmerken zich door de zwart-wituitvoering, maar ook door de sfeer die de illustraties creëren. Fijn daarbij is dat er veel afwisseling is tussen kleinere tekeningen en grotere illustraties. Op deze manier blijf je als lezer geboeid. Daarnaast moet iets gezegd over de uitdrukking en emoties op de gezichten van Spekkie en Sproet. Ondanks dat de tekeningen in zwart-wit zijn, spreken de gezichten van Spekkie en Sproet en is spanning en humor onder andere door deze uitdrukkingen en de paar kleine karakteristieke details daarbij voelbaar. Door dit soort kleine toevoegingen merk je toch de beweging in de illustraties en dus de vaart in het verhaal.

 

Een ander boek dat opvalt is ‘Sinterklaas ABC’ van Mariska Hammerstein. Een klein handzaam boek waarin alle letters van het alfabet voorbijkomen. Op de ene bladzijde zie je een rijmpje staan dat steeds op dezelfde wijze start, bijvoorbeeld 'De O is van Ondeugend', waarbij de bewuste letter op de bladzijde ernaast is afgebeeld. De digitale illustraties van Juliette bij elke letter zijn divers en hebben mooie zachte kleuren. De meeste letters zijn chocoladeletters, dus juist de andere letters die net even anders zijn afgebeeld, vallen meer op, zoals de 'P' die bestaat uit allerlei pepernootjes die samen dus de letter 'P' vormen. Heel creatief bedacht.

Over de toekomst zegt Juliette: ‘De striptekenaar in mij wil een graphic novel voor van 8 tot 80 jaar maken. Maar wordt lastig om uit te (laten) geven. En heb er nog geen tijd en verhaal voor.

bottom of page