top of page
Alex de Wolf
'Toen ik van de Academie kwam (1982), tekende ik realistisch. Na een tijdje werd ik dat beu en ontdekte Quentin Blake als illustrator. Dat was een bevrijding te zien dat de lijnen zo los mochten zijn!
Alex de Wolf
Thomaskerk muurschildering. Ark van Noach
de liefste papa an de wereld

Waarschijnlijk denk je bij de naam Alex de Wolf aan schrijver Arend van Dam. Best een logische associatie, want Alex en Arend maakten maar liefst 28 boeken samen. Misschien ken je wel een van deze boeken van dit duo: ‘Hoe fel de zon ook scheen’, ‘De reis van Syntax Bosselman’, ‘Lang geleden’ of ‘Overal en ergens’. Maar Alex de Wolf maakte bij veel meer kinderboeken illustraties en niet alleen voor kinderboeken die in het Nederlands zijn uitgegeven. Er zijn boeken van hem vertaald in onder andere het Chinees, Japans, Deens, Frans en Engels, maar ook heeft hij rechtstreeks voor buitenlandse uitgevers gewerkt. Op (of in) maar liefst meer dan 400 kinderboeken staat zijn naam. Te veel om op te noemen. Misschien ken je hem wel van ‘Grootmoeders grote oren’ (Jacques Vriens) of van ‘De mooiste verhalen van Muis en Egel ‘(Marianne Busser en Ron Schröder) of van ‘Mag ik van jou een kusje’ (Marianne Busser en Ron Schröder).

Alex is geboren in Amstelveen en woont en werkt tegenwoordig in Almere. Doordat zijn vader architect was, kon hij tekenen wanneer hij wilde; er was genoeg tekenmateriaal in huis. Hij tekende niet alleen graag, hij verzamelde ook strips. Een dure hobby, maar wel een hele leuke. Toen hij op de middelbare school voor een werkstuk de tekenaar van Kuifje, Hergé, mocht interviewen in Brussel, werd het gevoel bij hem nog meer aangewakkerd: ‘Ik wilde zelf graag ook striptekenaar worden’. Hij besloot naar de Vrije Academie in Den Haag te gaan en volgde daar lessen modeltekenen en grafiek om stiptekenaar te kunnen worden. Ook kreeg hij via een kennis contact met Thé Tjong-Khing: ‘Hij gaf mij wekelijks een opdracht om een pagina te tekenen die hij later ook zelf maakte. Heel leerzaam!’ Een jaar later werd hij aangenomen op de Gerrit Rietveld Academie, waar hij uiteindelijk koos voor de richting illustratie. Hij kreeg hier les van een aantal bekende illustrators, zoals Thé Tjong-Khing, Carl Hollander en Waldemar Post. Mede dankzij de inspirerende lessen van Carl Hollander, maakte hij deze keuze. Waldemar Post nam de studenten mee naar Artis en daar ontdekte Alex dat hij het tekenen van dieren heel leuk vond. Dankzij deze lessen is het tekenen van dieren nog steeds favoriet. Na het afstuderen kwam hij terecht in een studio, waar hij met drie andere illustratoren (Gitte Spee, Annemarie van Haeringen en Gertie Jacquet) heeft gewerkt. Met uitgeefster Martine Schaap kreeg hij twee kinderen. Door het voorlezen aan zijn kinderen ervaarde hij steeds meer hoe geweldig het is om voor jonge kinderen te tekenen. Onder andere ‘Over een mol die wil weten wie er op zijn kop heeft gepoept’ (Werner Holzwarth) en ‘Wij gaan op berenjacht’ (Michael Rosen) droegen bij aan dit besef. 

Met het illustreren van twee omslagen voor uitgeverij Van Holkema & Warendorf startte zijn carrière in 1982. Hij maakte omslagen bij de boeken ‘Noordweer op de Weisshorn!’ (Jaap ter Haar) en ‘Vogels vliegen onder ons’ (Connie Hafkamp). Daarna kwamen er steeds meer opdrachten binnen, ook van diverse andere uitgevers. Zijn allereerste boek met zijn eigen illustraties erin was ‘De jongen met de gele ogen’ (Margaret Mahy). Het eerste prentenboek was ‘Wil je mijn vriendje zijn?’ dat hij maakte met Thea Dubbelaar in 1992.

Waar hij in het begin veel in zwart-wit werkte met fijne wat strakkere penstrepen, werd het later losser en kleurrijker. Zelf zegt hij daarover: ‘Toen ik van de Academie kwam (1982), tekende ik realistisch. Na een tijdje werd ik dat beu en ontdekte Quentin Blake als illustrator. Dat was een bevrijding te zien dat de lijnen zo los mochten zijn!

Willem en Dikke Teun
buiten op de boerderij(Nannie Kuiper)
Buiten op de boerderij (2).
Muis en Egel
Ik lees al
Alex en Arend
Japan

Alex begint het proces altijd met schetsen. Als hij daar tevreden over is, trekt hij de schetsen over met behulp van een lichtbak op papier. Hij werkt traditioneel met pen of penseel en Oost-Indische inkt. Voor het inkleuren gebruikt hij goaucheverf en ecoline. Soms maakt hij collages met behulp van gekleurd papier. Het weergeven van emoties en bewegingen in zijn werk, vindt hij een van de mooiste dingen om te doen. Vooral bij dieren in een illustratie, want, zo geeft Alex aan: ‘zo kan je een verhaal vertellen’. Voor inspiratie kijkt hij op veel plekken, zoals de dierentuin, maar ook vindt hij het werk van Japanse houtsnijders en Franse impressionistische schilders erg mooi, net als het werk van schilder David Hockney.

Er is een aantal boeken dat voor Alex net even extra bijzonder zijn. Dat heeft meerdere redenen. Ze markeren bijvoorbeeld momenten of de samenwerking met auteurs was voor een boek net even extra speciaal of het komt door het proberen van een nieuw genre en nieuwe  stijl van illustreren. Onder andere ‘Mag ik van jou een kusje?’ (Marianne Busser & Ron Schröder), ‘In een land hier ver vandaan’ (Arend van Dam), ‘Een hele kunst’ (Arend van Dam), ‘De bekendste sprookjes voor kleuters’ (Vivian den Hollander) en de AVI-serie ‘Lezen is leuk’ zijn het vermelden waard voor Alex.

 

Met Arend van Dam is de samenwerking erg fijn. Samen brachten ze 28 boeken uit. Ze wisselden regelmatig gedachten uit over de inhoud van boeken onder het genot van een broodje of appeltaart. Ze bezochten ook regelmatig scholen en theaters waar ze een voorstelling gaven (‘De tekenwedstrijd’). Dat deden ze niet alleen in Nederland, ook in het buitenland. Onder andere in Parijs, Hamburg, Londen, Madrid en China.

​

Waar Alex bijzondere herinneringen aan heeft zijn de workshops die hij in Japan heeft gegeven. Hij vertelt: ‘Op een lagere school in een kustplaatsje, vroeg ik de kinderen om vissen te tekenen. Ik was verrast door de enorme variëteit aan soorten die ze maakten, samen hebben we een zee gemaakt, prachtig. In Tokio vroeg ik (oudere) kinderen om hun eigen huis te tekenen. Wat opviel was dat ze dat best lastig vonden, oudere kinderen zijn meer onzeker als ze moeten tekenen. Ze willen niet afgaan. Toch ontstond er een nieuwe stad, een geweldige ervaring.

Ondanks dat de illustraties van Alex best verschillen en daardoor goed aansluiten bij het type boek, zou je ze kunnen herkennen aan een specifieke combinatie van speelsheid, eenvoud en wat robuustere vormen. Je kunt in sommige illustraties goed zien dat Alex meerdere technieken combineert. Alex is uiterst bedreven om de sfeer van een verhaal te vangen. Het verhaal gaat nog meer leven door zijn beelden. In elk boek is de sfeer anders en door zijn specifieke lijnenspel en kleurgebruik is het steeds meer dan passend bij het verhaal. Het spel met licht en donker en voornamelijk schaduwen valt in veel boeken op. Aquarelverf en kleurpotloodlijnen zijn daarbij goed te herkennen. Alex heeft zo veel gemaakt, dat het onmogelijk is al zijn werk hier te bespreken. Ik licht er een aantal uit.

‘Hoe fel de zon ook scheen’ (Arend van Dam en Alex de Wolf) is een prachtig en sterk uitgewerkt geschiedenisboek met twintig verhalen over gebeurtenissen en personen tijdens de Tweede Wereldoorlog; verhalen van bekende en minder bekende mensen. Alle verhalen zijn voorzien van treffende illustraties. Denk aan het verhaal over Anne Frank, koningin Wilhelmina, het meisje met het rode haar, Ria Mastenbroek, de zwemster die meedeed aan de Olympische spelen of het verhaal over de dieren in Ouwehands Dierenpark. Door de toegankelijke illustraties van Alex komt de Tweede Wereldoorlog nog beter in beeld en kunnen kinderen zich wellicht een iets betere voorstelling maken van deze tijd. Opvallend in het boek is het kleurgebruik, dat best vaak sprankelt, maar als je de titel leest is het misschien juist zo gek nog niet, het is juist passend. Vooral de illustratie bij 'Soldaten van Oranje' valt op. Die lijkt op het eerste oog eenvoudig, maar is zo sferisch door de diverse blauwgroene kleuren en diverse lijnen dat het een waar kunstwerk is.

In ‘Lang geleden…’ (Arend van Dam en Alex de Wolf) maak je op een laagdrempelige manier kennis met belangrijke gebeurtenissen en personen uit het verleden van Nederland. Er staan 50 voorleesverhalen in die voor jonge kinderen vanaf een jaar of 7 geschikt zijn. Denk aan verhalen over jagers en boeren, Karel de Grote, Willem van Oranje, Rembrandt en de watersnoodramp. Elk verhaal bevat realistische, maar ook beeldende illustraties die het verhaal versterken door de warme, natuurlijke kleuren en de vele details. Je kunt goed zien dat Alex zich verdiept heeft in de geschiedenis om de illustratie zo echt mogelijk te maken; passend bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. De wat warmere stijl spreekt goed aan en is afgestemd op het verhaal dat wordt verteld. Een verhaal dat niet alleen wordt verteld in woorden, maar ook in beelden.

De boeken voor jongere kinderen zijn wat betreft stijl anders. Aan de achtergronden en details in alle type boeken merk je dat het gemaakt is door dezelfde persoon. Je herkent in de achtergrond en de omgeving de zogenaamde 'vegen' die in boeken overheersen zoals 'Hoe fel de zon ook scheen', 'Voorbij de horizon' en 'Lang geleden...' Maar toch zijn de illustraties in de boeken voor jongere kinderen net even wat warmer en frisser. De nadruk ligt ook net even meer op de wat strakkere personages. 

In 'De mooiste verhalen van Muis en Egel' zijn de vele illustraties lieflijk en hartverwarmend. Nog maar kort geleden (augustus 2025) verscheen een herdruk, 'Alle verhalen van Muis en Egel' die nog warmer en zachter is dan het oorspronkelijke boek. Je wordt er letterlijk in ondergedompeld. De vormgeving is nog passender en warmer. Je zou egel zo willen knuffelen, zijn stekels zien er lieflijk uit, wat onder andere komt door de zachte uitdrukking van egel. Ze spreken kinderen goed aan.

Japanse vissen
Hoe fel de zon ook scheen
Lang geleden...
Alle verhalen van Muis en Egel

Op dit moment is Alex bezig om de illustraties te maken bij een boek voor zijn stad Almere. Samen met schrijfster Annemarie van den Brink, de Almeerse Bibliotheek en uitgeverij Ploegsma maakt hij een boek over vijf wijken die de veelzijdigheid van Almere laten zien. Als het boek klaar is, krijgt elk kind in groep 5 t/m 8 een exemplaar. Ook heeft Alex zin om weer een sprookjesboek te maken en dieren tekenen blijft altijd favoriet.

bottom of page