Karst-Janneke Rogaar
‘Ik probeer mezelf bij ieder boek weer uit te dagen. Geen enkel boek heeft dezelfde aanpak. Zo wordt het nooit saai en blijf ik mezelf uitdagen en verrassen.’

Met meer dan twintig titels die ze maakte of waar ze werk voor maakte zou je illustrator en kinderboekenschrijver Karst-Janneke Rogaar kunnen kennen. Drie boeken waar zij illustraties voor maakte zijn ook bekroond. Spinder, geschreven door Simon van der Geest, won een Gouden Griffel in 2013. Het werkstuk of hoe ik verdween in de jungle ook geschreven door Simon van der Geest won in 2020 een Zilveren Griffel en Vriendschap is alles, geschreven door Stine Jensen won een Zilveren Penseel in 2019. Ook won ze met haar eigen boek Keizer Ei een Vlag en Wimpel (Penseel en Griffel) en stonden twee boeken van haar op de Longlist van de Boon, namelijk Wolvenweer in 2023 en Toen Raaf links afsloeg in 2024.
Vooral de combinatie van grafische kracht en gevoeligheid valt op. Bij alles blijft het plezier dat zij heeft in het maken van haar werk voelbaar. Ze werkt samen met meerdere bekende auteurs, zoals Simon van der Geest, Stine Jensen en Mohana van den Kroonenberg. Maar ze maakt ook zelf boeken, onder andere de bijzonder unieke boeken Keizer Ei, Au! en De alchemist op de richel, waarin specifieke spellingpatronen en spellingclusters voorkomen en samen een verhaal vormen, zonder dat het storend wordt.
Karst-Janneke Rogaar is moeder van drie kinderen (14,18 en 21) en getrouwd met Roel Wouters. Naast illustreren doet ze meer. Zo zingt ze heel graag. 21 jaar geleden heeft ze een koor opgericht dat nog steeds bestaat. Het koor, dat voornamelijk klassieke muziek van hele oude tot hedendaagse componisten zingt, bestaat uit 25 mensen. Karst-Janneke is daar een van de sopranen van. Ook sport ze graag. Zo heeft ze afgelopen jaar haar eerste marathon gerend en in november staat de volgende marathon al op het programma. Ook vindt ze het heerlijk om in haar tuin bezig te gaan. Haar tuin staat vol inheemse bloemen en planten, wat ze niet alleen leuk vindt, maar ze vindt het ook belangrijk om met biodiversiteit bezig te zijn.
​
Er zijn genoeg kinderboeken die Karst-Janneke zelf mooi vindt. Mijn oom Gilbert van Benoit van Innis, Vos en Haas van Sylvia Vanden Heede, de boeken van Ballotje van Yvonne Jagtenberg en de verhalen van Toon Tellegen heeft ze met heel veel plezier voorgelezen. Ook de Waar is de taart?- boeken van Thé Tjong Khing heeft ze eindeloos bekeken met haar kinderen. Vroeger las ze zelf weinig. Ze keek vooral boeken. Haar favoriete boeken waren de boeken van Anno Mitsumasa, de boeken over Anno die reizen maakte. En verder zijn de verhalen van Roald Dahl haar voorgelezen en bijgebleven.


Haar opleiding Audiovisueel deed ze aan de Gerrit Rietveld Academie van 1995 tot 2000. Voordat ze aan deze academie begon, heeft ze een jaar in Londen Foundation Fine Art gedaan aan Blake College. Ze is dus autonoom opgeleid en heeft nooit les gehad in illustreren. Zelf zegt ze daarover: ‘Tekenen was altijd mijn favoriete bezigheid en uitlaatklep.’ Na de academie (na 2000) heeft ze een aantal jaar autonoom werk gemaakt, een startstipendium gekregen, en geëxposeerd. Dat autonome werk werd goed ontvangen, maar het toegepast werken heeft haar altijd meer getrokken. In 2004 maakte ze haar eerste boek in een kleine eigen uitgave: Kings for Breakfast. Dit heeft ze destijds aan verschillende uitgeverijen opgestuurd. Daaruit is haar eerste opdracht voortgekomen, namelijk het illustreren van De Toverfluit van Frank Groothof. Een boek met een muziek-cd er bij. Sindsdien is ze dit illustratiewerk aan het doen.
Over hoe Karst-Janneke te werk gaat, zegt ze dat ze eerst de tekst zorgvuldig leest en notities maakt van eerste ingevingen. Dan legt ze het weg en laat ze het bezinken. Aanvullend geeft ze aan: ’wat blijft er over, welke sfeer, wat is mijn rol als tekenaar in dit boek, wat zie ik voor me, wat kan ik toevoegen, zijn de vragen die ik door mijn hoofd laat gaan.’ Als ze tijd heeft, stelt ze het maken best lang uit. Vervolgens kiest ze haar materiaal en bedenkt ze hoe ze het wil gaan illustreren. Dan gaat het onder andere over welke techniek ze wil gaan gebruiken. Het interessante daarbij is dat ze dat meestal doet tijdens het ontwerpen van haar hoofdpersonages.
​
Inspiratie haalt ze uit haar leven. Uit haar eigen jeugd: ‘met veel buitenspelen, bouwen en liefde. Ik ben vooral een kijker.’ Ze kan vaak goed voor de geest halen hoe dingen eruit zien. Dat helpt bij het creëren van een beeld in haar hoofd, inclusief alle details.
​
Meestal is het starten van een boek bij Karst-Janneke best een aantal weken zoeken met veel frustratie, maar als ze er eenmaal inzit, kan ze er enorm van genieten. Ze geeft aan: ‘Ik probeer mezelf bij ieder boek weer uit te dagen. Geen enkel boek heeft dezelfde aanpak. Zo wordt het nooit saai en blijf ik mezelf uitdagen en verrassen.’ Het starten van een boek ervaart ze dan ook vaak als een zware periode, omdat ze dan erg aan het zoeken is en het gevoel heeft dat ze niks kan. Ze vindt het lastig om dat bij haar werk te laten. ‘Deze periode zou heel leuk kunnen zijn, maar helaas lukt het me nog niet goed om te genieten van het zoeken. Gelukkig weet ik inmiddels dat dit zo gaat, dus kan ik wel zeggen ‘het komt goed’, maar het ook voelen is iets anders :)’, aldus Karst-Janneke.

Karst-Janneke vindt het waanzinnig dat ze tekenend de hele dag in een andere wereld is. ‘Ik maak nu een boek over het donker, een prentenboek, en ik zit dan de hele dag alleen in mijn studio, maar het voelt of ik op reis ben geweest in het Schotse landschap, waar het verhaal zich afspeelt. Als het lekker gaat, ben ik iedere dag benieuwd waar ik die dag zal komen.’
​
Het geeft Karst-Janneke een magisch gevoel wanneer een tekening lijkt te dicteren hoe hij moet worden. Dat gebeurt soms, en dat wil ze altijd weer voelen, dus maakt ze steeds weer nieuwe tekeningen waarbij ze hoopt dat dat gebeurt: ‘als dat gebeurt is mijn werk fantastisch en als het niet lukt om dat gevoel te krijgen is het taai en doorzetten.’ Ze wil graag verrast worden door haar eigen tekening op die manier dat ze er steeds weer even naar wil kijken. In ieder boek dat ze heeft gemaakt, zitten tekeningen waar ze dat bij heeft ervaren. Het liefst wil ze dat dit geldt voor iedere tekening, maar dat lukt haar nu helaas nog niet. Ze moet alle oordelen wegduwen en alle concentratie bij de tekening hebben: ‘dan kan het gebeuren.’
​
De Toverfluit uit 2006, uitgegeven bij Nieuw Amsterdam dat ze maakte met Frank Groothof, is haar echte eerste boek. Veel van haar illustraties vindt ze bijzonder. In elk boek zit wel een illustratie waar ze een bijzonder gevoel bij heeft. Zo staat er in Vriendschap is alles een tekening die veel voor Karst-Janneke betekent. Het gaat om een tekening van een meisje met een wit bloesje aan en een korte broek. Ze toont heel trots een aantal objecten. ‘Dit is het beste zelfportret wat ik ooit gemaakt heb. Dit is hoe ik mijzelf zie hoe ik kind was. Misschien ben ik nog steeds wel zo. Opeens had ik deze tekening gemaakt bij dit hoofdstuk.'




De stijl die Karst-Janneke hanteert is vrij ongepolijst, maar tegelijkertijd heel precies. Ze geeft zelf aan dat ze niet bezig is met lieflijke dingen maken. Als er in het verhaal naar voren komt dat een bos gevaarlijk en donker is, dan maakt zij dat bos in de tekeningen ook gevaarlijk en donker. Je ziet dus geen lieve dieren in dat bos om het minder spannend te maken. Ook is emotie van de personages voor haar erg belangrijk, die komt onder andere in de uitdrukking naar voren. Dat betekent dat het hele lijf eigenlijk in dienst staat van de emotie die diegene voelt. En dat dat een beetje overdreven wordt, is helemaal passend bij haar werk. Onder andere aan deze kenmerken herken je haar werk. Verder valt haar werk op door de kleuren die ze gebruikt. Haar tekeningen ogen hierdoor ietwat grafisch en gevoelig tegelijkertijd. Een mooie mix aangevuld met wat grappige elementen en alledaagse details.
​
Een van de boeken van Kart-Janneke is Au! een boek met alle gangbare au-woorden in één verhaal. Het verhaal gaat over Paul de pauw die trots is op zij blauwe veren. Hij wil aandacht en roept heel hard ‘AAAUU!’ Daarna start een bizar avontuur. De illustraties in dit verhaal zijn passend bij dit absurde en humoristische verhaal en in veelal paarse, oranje/rode kleuren en maken de betekenis van veel woorden goed zichtbaar. De woorden waar de 'au' in zit, hebben een blauwe kleur, waardoor ze mooi opvallen.
​
Het laatste boek dat Karst-Janneke zelf schreef en illustreerde was De alchemist op de richel, een prachtig verhaal over een monarch en een oligarch met schitterende illustraties die het verhaal krachtiger maken. Het verhaal gaat over een monarch die op zoek is naar de oligarch. De vormgeving en dan met name de mooie kleurencombinaties maken dat de lezer nieuwsgierig wordt. Met de kleurencombinaties blauw en oranje is het een passend geheel bij de gebruikte woorden (chroomachtig) en bij de sfeer die dit boek uitstraalt. Knap staaltje kunst. Kunst in woord en beeld, waarbij het verhaal dat je leest samenhangend is, hoewel het soms wat apart oogt.
​
In Het werkstuk of hoe ik verdween in de jungle, een boek van Simon van der Geest, valt vooral het verschil in type illustraties van Karst-Janneke op. Er staan tekeningen in die eruitzien als onderdeel van Eva’s eigen werkstuk, maar ook staan er illustraties in die de beelden die Eva heeft over haar biologische vader sterk verbeelden. Over het algemeen zijn de illustraties in dit boek energiek en speels.
Op dit moment maakt Karst-Janneke twee boeken tegelijk. Lucy en Donker: dit is een prentenboek met een beetje tekst van haarzelf. Dit komt dit najaar uit bij Querido. Ze is ook bezig met een dichtbundel Plassen op schrikdraad, van Simon van der Geest, ook bij Querido en deze komt uit voor de Kinderboekenweek 2025. Afgelopen maart verscheen het laatste kinderboek van haar, namelijk Peer dat ze samen met Mohana van de Kroonenberg maakte. Een boek in de inmiddels bekende Tijgerlezenserie van Querido.
​
Karst-Janneke heeft het gevoel dat ze nog maar net begonnen is. Ze hoopt aan nog veel mooie verhalen mee te mogen werken en prentenboeken te mogen maken. Mijn wens is dat deze boeken bestaan uit alleen maar illustraties waar ik zelf verbaasd over ben en dat kinderen ze dan eindeloos opnieuw gaan bekijken.

