top of page
Puck Koper

'Na veel stoeien en vele versies kom je dan op een gegeven moment op een punt dat alles klopt, dat het lijkt alsof het nooit anders is geweest. Alsof het altijd zo had moeten zijn. Dat is een geweldig gevoel.'

Puck Koper is een illustrator en kinderboekenmaker die inmiddels meerdere kinderboeken op haar naam heeft staan. Haar boek ‘Water is voor vissen’, won zelfs een Zilveren Penseel in 2024. Ze maakte ook met Anke Kranendonk ‘Roos redt de brandweer’, en met Bas Birker ‘Daantje Dodo wil een hond’. Maar het begon allemaal met het internationaal bekroonde debuut ‘Where is your Sister? (2019). Dit boek won een Bologna Ragazzi Opera Prima Award in 2020. Ook kreeg ze in 2019 de Fiep Westendorp stimuleringsprijs met een project over etiquette. Maar ze won nog veel meer prijzen, zowel nationaal als internationaal.

​

Haar werk staat bekend om het dynamische karakter, de frisse en speelse beelden die vol beweging zitten. De veelzijdige prenten staan vol details zodat ze uitnodigen tot kijken, zoeken en ontdekken. Noem haar werk gerust een perfecte mix van heerlijke chaos en orde. Op een aantrekkelijke, opvallende wijze weet zij humor en warmte te combineren. De hoogste tijd om verder te duiken in het leven en werk van Puck Koper!

Puck Koper2
Puck Koper
Puck Koper dochter

Met haar vriend en dochter woont Puck in Rotterdam in een echt Nederlands straatje, compleet met ophaalbrug, kerk en molen. Ze tekent al haar hele leven en doet dat met veel plezier. Het liefst tekent ze mensen. Wat ze extra leuk vindt, is dat haar vierjarige dochter ook met veel plezier tekent. Als haar dochter wakker wordt, rent ze ’s ochtends meteen naar haar papier en potloden en als ze thuiskomst, duikt ze meteen een tekening in, terwijl ze haar jas nog aan heeft. Dat is iets waar Puck enorm van kan genieten.

​

Pucks favoriete boek als kind was ‘Ik wil die’ van Imme dros en Harrie Geelen: ‘mijn vader heeft het er nog over hoe vaak hij die moest voorlezen, ik kon er geen genoeg van krijgen. Nog altijd ben ik enorme fan van het werk van Harrie Geelen. Het liefst zou ik iedere bladzijde van zijn boeken willen inlijsten.’ Daarnaast is ze dol op de pentekeningen van Thé Tjong Khing in ‘Kleine Sofie en Lange Wapper’. Daar keek ze niet alleen als kind graag naar, nog steeds geniet ze ervan. Puck heeft heel wat illustratoren van wie ze het werk bewondert en inspirerend vindt. Het zijn er heel veel, maar in elk geval noemt ze Fiep Westendorp, Quentin Blake, Harrie Geelen, Katrien Stangl, Øyvind Torseter, Marika Maijala, Ronald Searle, John Burningham, Jean-Jacques Sempé, Andre Francois, Vincent Boudgourd en het werk van Vuillard.

​

Tekenen is nu al een tijd geen hobby meer, maar haar werk. Daarom is ze begonnen met een nieuwe hobby: stof. In de avonduren speelt ze graag met stofjes en kleuren. Ze zegt daarover: ‘Vooral als ik een boek aan het schrijven ben, ben ik minder aan het tekenen en heb ik erg behoefte om iets te maken. Kleding voor mezelf of mijn dochter, of quilten/patchwork, dat leer ik van mijn moeder.’

​

Ze deelt samen met haar vriend Roelof Pothuis een studio. Direct nadat ze hun dochter naar school hebben gebracht, gaan ze aan de slag in de studio. Roelof is theatermaker en decor- en lichtontwerper. Ze hebben allebei een apart deel in de studio met tussendeur. Ze geeft aan dat ze die tussendeur, dicht is die alleen nooit, omdat ze zich graag bemoeien met elkaars werk.

Aan de Willem de Kooning Academie te Rotterdam heeft ze Illustraties gestudeerd. In 2012 studeerde ze af, waarna ze decors ging schilderen bij het nationale toneel: ‘Dit heeft me veel gebracht, om te moeten bedenken dat de eerste toeschouwer 5 meter weg zit. Ik zag het ook in mijn werk, ik ben minder gaan priegelen.’ Toen in 2015 de Master ‘Children’s Book Illustration’ aan de Cambridge school of art in de UK op haar pad kwam, verhuisde ze naar Cambridge om daar deze opleiding te volgen: ‘Een hele bijzondere opleiding, waar het plezier voorop staat, iets wat ik niet gewend was bij de Willem de Kooning.’ Het was 1.5 jaar genieten en daarom ook niet zo gek misschien dat ze zelfs Cum Laude afstudeerde. Haar afstudeerwerk trok de aandacht van meerdere Britse uitgeverijen. Met Two Hoots, een imprint van Macmillan, ging ze in zee. Dit zorgde voor haar debuut ‘Where is your sister?’, dat in 2020 de Bologna Ragazzi Opera Prima prijs won voor het beste internationale debuut. Dit boekstond ook op de shortlist van de Klaus Flugge Prize (UK) en het hing in Shanghai voor de Golden Pinwheel Awards. Dit prentenboek gaat over een tweeling die met grote tegenzin met hun moeder naar een warenhuis gaan, waar ze vervolgens een van de meisjes ‘kwijt’ raakt. Een boek vol details dat ze maakte in pantone kleuren rood/ oranje en blauw, een minimaal kleurenpallet.

 

In 2019 kreeg Puck de De Fiep Westendorp stimuleringsprijs voor een bijzonder project, namelijk een onderzoek over etiquette en dan niet over welke vork waar moet liggen, maar in de zin van hoe we met elkaar horen om te gaan. ‘Dat lijken we steeds meer te vergeten. Het lijkt nu nodig om mensen te helpen herinneren om eerst uit de bus of lift te laten stappen, voor je jezelf naar binnen duwt.’ Aan dit project werkte ze twee jaar, waarna ze een pauze inlaste, met haar dochter als resultaat. Deze stimuleringsprijs leverde haar diverse contacten met uitgevers in België en Nederland op. Zo maakte ze met Querido ‘Water is voor vissen’ en voor Lannoo illustreerde ze diverse boeken, zoals ‘Het lijkt wel een feestje’ en ‘Daantje Dodo wil een hond’.

Vrije tijd
Proces
Werkplek
Aan het werk
foto schetsboek conversatie Puck
Aan het werk2

Puck werkt doorgaans niet enorm gestructureerd, maar ze schetst wel altijd in een A3 Moleskine schetsboek. Op A3 formaat omdat haar schetsen altijd groot zijn en in een schetsboek om de boel bij elkaar te houden. Het fijne hieraan vindt ze dat doordat alles bij elkaar zit het overzichtelijk is en ze kan zo niks kwijtraken of per ongeluk weggooien. ‘Op de MA in Engeland heb ik pas geleerd om in een schetsboek te werken, daarvoor deed ik dat allemaal op losse vellen… Vooral fijn om niks weg te kunnen gooien, later kan ik hele andere ideeën hebben over/bij tekeningen.’

​

Ze start haar proces dus altijd in een groot schetsboek. Die ruimte heeft ze nodig om groot te schetsen en om er commentaar bij te zetten: ‘Nee die neus is niet goed, is ze niet veel te oud?  Eigenlijk houd ik bijna een gesprek met mijn schetsboek.’ Als ze de spreads gaat ontwerpen doet ze dat juist altijd heel klein, thumblails. Op die manier kan ze goed zien of de compositie werkt. Ze vergroot ze vervolgens uit en werkt ze uit op de lichtbak. ‘Ik heb mezelf lang tegengehouden om mijn eerste schetsen of krabbels te willen gebruiken. Maar inmiddels weet ik dat die toch vaak het beste zijn en heb ik losgelaten dat de eerste schetsen niet goed zouden kunnen zijn.’

​

Verder zeefdrukt ze graag. Iets wat is blijven hangen van tijdens haar opleiding. Ze vindt het heel interessant om een tekening terug te brengen naar een paar kleuren en om vlakken te gebruiken. ‘Het werken in losse kleurlagen zet een andere deel van je hersenen aan, hier geniet ik erg van.’ Niet iets wat iedereen goed ligt en kan. ‘Het leuke aan grafische technieken is dat je niet alles in de hand hebt, je vertrouwen moet hebben en de controle los moet laten. Het is altijd een verrassing hoe het er uit ziet als je klaar bent, als alles bij elkaar gekomen is. Dit kan tegenvallen, maar ook hele mooie cadeautjes opleveren, die je niet van te voren hadden kunnen bedenken.’ Een boek waar ze deze techniek voor gebruikte, is ‘Rood redt de brandweer’. Voor de illustraties in dit boek deelde ze de tekening in kleurlagen op, waarbij ze iedere laag losmaakte met zwarte inkt. Later zette ze die digitaal over elkaar en gaf ze de lagen kleur. ‘Er komt wel een computer aan te pas, maar dat is meer uit noodzaak. Ik ben geen held met Photoshop en alles wat getekend is doe ik met de hand. Een bijna meditatieve bezigheid.’ Dat ze niet steeds op dezelfde manier werkt wel duidelijk in het boek ‘Water voor vissen’. Dit boek is juist weer helemaal met pen en inkt gemaakt.

Het leukste vindt Puck het om haar karakters te leren kennen: ‘Met een paar lijnen staat er een persoon, iemand van wie je gelijk ziet hoe ze zijn en waar ze van houden. Iemand met eigenschappen en eigenaardigheden. Stoute jongetjes, strenge oma’s, dromerige meisjes, verveelde oude mannen.’ Puck kan erg genieten van het zelf schrijven en illustreren, wat ze bij ‘Water is voor vissen’ en ‘Where is your Sister’ deed. Vooral het bouwen van het verhaal en het bijbehorende puzzelen hoe het verhaal in elkaar zit, vindt ze leuk. ‘Na veel stoeien en vele versies kom je dan op een gegeven moment op een punt dat alles klopt, dat het lijkt alsof het nooit anders is geweest. Alsof het altijd zo had moeten zijn. Dat is een geweldig gevoel.’ Bij het illustreren van andermans tekst vindt ze het juist leuk dat je helemaal nieuw bent en dat je je niet met de tekst hoeft te bemoeien. Daarover zegt ze dat de schrijver er al hard aan gewerkt heeft en waarschijnlijk al meerdere versies achter de rug heeft, waarna zij fris en fruitig aan de slag kan gaan, met een andere blik. Vooral het toevoegen van details die alleen de oplettende lezer zullen opvallen, vindt ze leuk om te maken, zoals de vader van Roos en haar zusje in ‘Roos redt de brandweer’. Alleen de kijkers met scherpe ogen die diep in de illustraties duiken zullen zien dat zij hun best doen bij Roos in de buurt te blijven. De afwisseling tussen eigen werk en werk van een ander illustreren maakt haar werk fijn.

​

Het meest waardevol voor Puck is haar boek ‘Water is voor vissen’. Hiermee heeft ze zichzelf overtroffen en zichzelf verbaasd, vooral omdat het een zelf geschreven verhaal is dat ook nog eens bekroond werd met een Zilveren Penseel, wat ze nooit had durven dromen. Ze heeft er hard en lang aan gewerkt en het vertrouwen vanuit uitgeverij Querido was geweldig. ‘Dat is wat je als kind ziet, de boeken die prijzen winnen en dan krijg je zo’n prijs. Veel tastbaarder dan prijzen in het buitenland. En die zilveren sticker op het boek, een heel bijzonder gevoel.  De tekening die het meest voor haar heeft betekend in ‘Water is voor vissen’ is de stapel met zwemmers. De Italiaanse uitgeverij heeft voor de vertaling juist die tekening op de cover gezet. Verder vond ze het heel bijzonder om dit beeld op het grote scherm in Bologna te zien. Toen werd het als voorbeeld gegeven waar je aan kan zien dat een illustrator kan denken als een kind of anders gezegd, alsof je kijkt naar hoe een kind denkt.

Studio
Studio2
Penselen
Bologna
Proces

Over Pucks handschrift is al het een en ander gezegd, maar het meest opvallend is toch wel de beweging die zij in haar beelden weer te verwerken. Haar dynamische lijnvoering is sprekend. Veelal wat snelle lijnen vol beweging en dat alles in een wat beperkter kleurenpalet. Fijn fris én vol details. Sommige mensen associëren haar stijl met Sieb Posthuma of Fiep Westendorp. Niet zo gek als je goed naar het lijnenspel kijkt. Zelf zegt ze daarover: ‘Vergeleken worden met Fiep Westendorp is een grote eer, zo’n icoon, want ze is altijd een enorm voorbeeld voor me geweest. Haar manier van naar dingen kijken is heel eigen. Hoe ze haar meubels tekende bijvoorbeeld. Daar kan ik heel veel inspiratie uit halen, steeds weer opnieuw ontdekken dat ik alles zelf mag bepalen.’

​

Fijn aan het geheel is dat haar werk uitnodigt tot interactie, omdat er veel te ontdekken valt. Puck geeft aan dat haar handschrift steeds vaker wordt herkend. Zo noemde een kind Roos (van ‘Roos redt de brandweer’) brandweerkaatje, naar het hoofdpersonage Kaat uit ‘Water is voor vissen’. Ook haar dochter lukt het al haar tekeningen te herkennen. Zelfs in de grafiekwerkplaats op de kunstacademie wist iedereen meteen welk werk van Puck was.

Kort nog iets meer over een aantal boeken van haar. Het prijswinnende boek ‘Water is voor vissen’ valt op. Het verhaal draait om Kaat, een meisje dat op een vissersboot woont met zes stoere, maar liefdevolle zeemannen. Kaat heeft een grote wens: leren zwemmen. De zeemannen geven haar les op het droge en dat frustreert Kaat enorm. Het losse zwarte lijnenspel en de accenten in rood en lichtblauw vallen op. Het geheel voelt dynamisch door al deze lijnen. Het oogt wel wat sober, maar juist dat is de kracht van het boek. Naast het dynamische en expressieve karakter van de beelden, vullen de woorden van Puck aan. Een mooi samenspel.

​

Een ander boek dat al meerdere keren genoemd is, is ‘Roos redt de brandweer’ (geschreven door Anke Kranendonk). Dit boek oogt hetzelfde als ‘Water is voor vissen’, maar toch ook totaal anders. Vooral door de kleuren die van de pagina’s knallen, is de beleving heel anders dan in ‘Water is voor vissen’. De vrolijke, energieke uitstraling in ‘Roos redt de brandweer’ maakt het verhaal tot een waar visueel feestje. De illustraties zitten vol beweging en er valt veel te zien en juist dat is hetzelfde als in ‘Water is voor vissen’. Zo zie je rijdende brandweerwagens en sprekende expressieve gezichten.

​

Puck is nog lang niet klaar met illustreren. Ze loopt over van de ideeën. Een van de dingen die bovenaan haar lijstje staat is het maken van een zoekboek, een Wimmelbuch. Puck en haar dochter zijn gek op de boeken van Albertine (Zullo). ‘Waar de verschillende karakters ook allemaal terugkomen op iedere pagina, ze hebben allemaal een naam. Dat vond mijn dochter leuk toen ze 1 jaar was, en nu met bijna 5 geniet ze daar nog altijd van. Heel bijzonder om een boek te maken dat kinderen steeds weer pakken. En waar iedere keer wat nieuws in te zien is.’

​

Alle foto's (op het schetsboek en de Bolognafoto na) gemaakt door Roelof Pothuis, 

Penselen 2024
Roos redt de brandweer
Vrij werk
bottom of page