Er zijn heel wat boeken over de Tweede Wereldoorlog en vooral voor de bovenbouw. Martine Letterie is een van de weinige auteurs die boeken over de oorlog schrijft voor jongere kinderen op een toegankelijke manier. Zo ook het boek Verboden te vliegen. In dit boek volg je in vier delen (voor de oorlog, oorlog, het begin van het einde en vrijheid) vanuit de ogen van Fietje en vanuit de ogen van duiven de situatie in Nederland vanaf augustus 1939 tot en met 4 mei 1945.
Fietje groeit op in een groot gezin in Brabant en houdt van haar duiven, maar het wordt door de Duitsers verboden om duiven te houden. Samen met broer Marius zorgen ze voor de duiven, maar dat wordt steeds moeilijker. De oplettende lezer zal zien dat wat de duiven meemaken, lijkt op wat de Joden in de oorlog meemaakten (o.a. minder of niets mogen, registreren, oppakken en het onderduiken). Je krijgt een goed inkijkje in hoe moeilijk het was om 'gewoon' te kunnen leven in tijden van oorlog. De familie van Fietje moet van alles inleveren, helpt vluchtelingen en ze moeten schuilen voor de bombardementen. Moeilijke of onbekende begrippen worden daarbij op een fijne toegankelijke manier uitgelegd.
Prachtig hoe Martine Letterie de dreiging ook vanuit de duiven weet weer te geven, dat geeft dit boek net even een andere lading.
'Er hangt gevaar in de lucht. Charlie voelt het in zijn pennen.'
De illustraties van Rick de Haas zijn passend en gedetailleerd. Wel jammer dat Fietje in die vijf jaar weinig verandert...
Een aanrader voor jonge kinderen vanaf een jaar of 7 of 8 om voor te lezen en voor oudere kinderen om zelf te lezen. Niet voor niets heeft dit boek de prijs gewonnen voor het beste historische jeugdboek in 2020, de Thea Beckmanprijs.