'Een pinguïnknuffel kan altijd!'
Alle pinguïns gaan altijd samen slapen. Ze staan op een kluitje. Met als gevolg dat ze na een nacht, waarin het vroor dat het kraakte, aan elkaar vastgevroren waren. Kleine Pieper, de jongste pinguïn roept meteen 'geen paniek, samen kom we hier uit. Samen redden we het wel!'. Maar wat ze ook proberen en welk dier op Antarctica ook maar helpt, loslaten lukt niet. Ze blijven één bonk ijs. De pinguïns gaan daarom maar op reis en eindigen in een stad. Een gekke stad, want ze zagen wel 100 dieren, bijvoorbeeld een olifant op de fiets en een kip in de bus. Ook hier vragen ze hulp. Uiteindelijk gaan ze naar Doctopus, als ze een poster van hem zien. Met de hulp van andere dieren komen ze bij hem aan. Kan Doctopus de pinguïns losmaken?
De vertaling is gedaan door Jacques en Therese Vriens en dat merk je door het spelen met woorden en klanken. Dat hebben ze bij een eerder (ook overheerlijk) prentenboek van Ross Montgomery ook gedaan ('Tien overheerlijke juffen en meesters'). Het is door het ritme en het spelen met woorden een prettig voorleesboek op rijm. Het is wel slim om het boek van te voren te lezen, vanwege het wisselende rijmschema. Een goed boek om te werken aan taalbewustzijn bij kleuters.
Het is een boek met humor én een hartverwarmende boodschap. Er gebeurt heel veel en je ziet veel, maar eigenlijk draait alles om maar een paar essentiële dingen: een ander helpen, doorzettingsvermogen of moed houden, samenwerken en vriendschap.
Er valt dus veel te ontdekken op de prachtige vele en gedetailleerde, kleurrijke illustraties. Het zijn grappige, mooie en warme illustraties en dat ondanks de winter en de kou!