top of page

Van bigkikker tot neushoornvogel van Marlies Verhelst


Kai gaat met zijn vader naar de dierentuin. Onderweg naar de dierentuin hebben ze het over heel veel dieren. Welke dieren gaan ze zien? Een neushoornvogel, de ezelspinguïn, de zebravink, de vogelspin, de tijgerhaai, vosaap, de beervlinder en de bigkikker. Kai ziet de dieren helemaal voor zich. En juist dat is de kracht van het boek. Heel mooi hoe de verbeelding van Kai uitgewerkt is in de illustraties. Zeg nou zelf, een tijgerhaai is toch ook gewoon een haai die lijkt op een tijger? En dan stappen ze de dierentuin in...'nu gaan we echt al die fantastische dieren zien'. Maar zien de dieren er ook echt zo uit zoals Kai denkt?


In weinig woorden beschrijft Marlies Verhelst een fantasierijk eenvoudig verhaal. Het samenspel tussen tekst en beeld is daarbij erg goed. De illustraties van Jenny Bakker maken het verhaal dus echt compleet. Je kijkt je ogen uit. De illustraties hebben rustige natuurlijke tinten. De dieren zijn mooi weergegeven. Allemaal erg krachtige gedetailleerde dieren; echt betoverende, fantasierijke illustraties. Heel af en toe mag je zelf als lezer raden welke dieren zijn gecombineerd in de illustraties. Zo zijn er een paar extra dubbeldieren die niet specifiek genoemd worden, maar wel te zien zijn in het verhaal. Deze komen niet voor in de galerij aan het eind van het boek. Voor het ene kind heel fijn die openheid, voor een ander is het misschien te open, want welk dier is het nou echt? Als voorlezer kun je hier weer goed op inspelen, want kinderen weten vaak meer dan ze denken! Dat maakt het een mooi interactief prentenboek met tal van mogelijkheden. En zeker niet alleen leuk voor kleuters....

Er is ook een lied bij dit boek gemaakt door Marije Bierling. Via de site van De Vier Windstreken kun je dit luisteren. Als je dan toch op de site bent, download dan meteen even de bijpassende kleurplaat. Leuke lesideeën: - bij het voorlezen bij elk dier eerst vragen hoe de kinderen denken dat het dier eruit ziet - maak zelf een fantasiedier én geef het dier een naam, bundel al deze tekeningen in een boek en schrijf er samen met de leerlingen een verhaal bij of hang ze op. - in gesprek gaan over welk dier, dat uit twee dieren bestaat, kinderen zouden willen zijn - met oudere kinderen kun je bedenken welke diernamen nog meer bestaan uit twee of meer dieren; hoe is men op die naam gekomen?

bottom of page