Een indrukwekkend prentenboek met bijna levensechte illustraties over een meisje met kanker.
Dit boek laat een kijkje zien in de gedachtewereld van Ava. Het ziek worden, het ziek zijn en omgaan met het ziek zijn. Ava zit in groep 2 en heeft kanker. Op een dag kreeg ze pijn in haar benen en piepkleine rode stipjes op haar bleke lijf. Al snel blijkt uit onderzoeken dat ze leukemie heeft. Wat dat is, wordt knap uitgelegd op een makkelijke toegankelijke manier. In het ziekenhuis ontmoet Ava de jongen Noah. Hij is ook ziek. Hij heeft een hersentumor. De twee kinderen trekken veel samen op. Ondersteunen elkaar en begrijpen elkaar.
Ook mooi verweven in het verhaal is de relatie met Jesse, haar broer. Je proeft dat hij het allemaal maar moeilijk vindt, ook al staat dat nergens. Hij komt nooit langs in het ziekenhuis. Het wit in het ziekenhuis doet zeer aan zijn ogen of hij heeft een voetbalwedstrijd. Hoe anderen met haar ziek zijn omgaan, wordt ook duidelijk, niet alleen uit het verhaal, maar ook uit de illustraties. Gezichtsuitdrukkingen zijn heel echt, verdrietig, blij en zorgelijk; haast ontroerend.
Moeilijke onderwerpen worden niet geschuwd. Dat is duidelijk. Ava stelt op een gegeven moment de vraag: 'Wat gebeurt er eigenlijk als je doodgaat?' Dat antwoord wordt vanuit meerdere overtuigingen gegeven door verschillende mensen. Heel realistisch, want de een wil het daar bijvoorbeeld nooit over hebben, de ander denkt dat we naar God gaan en weer een ander denkt dat het gewoon nooit meer wakker worden is.
Comments