top of page

De binnenbaas van Marte Jongbloed


Dit boek is het vijfde deel van de serie over Wies en oma Wisse. Net als de vorige vier verhalen over Wies en oma Wisse gebeuren er weer veel grappige en deels spannende avonturen in dit boek.


Huize Grijsoord moet totaal onverwacht worden aangepast, blijkt na het bezoek van meneer Overstek, baas van Stichting Welzijn en Woonveiligheid. Meer Overstek vindt het huis levensgevaarlijk en de bewoners Fred Boldekar, Zaki Abdoel, Mieke Mosterd, Charlotte Vogeldans, Rodelia Rozeboom en oma Wisse moeten morgenochtend het huis al uit zijn. Maar waar moeten ze naar toe? Ze besluiten voor het huis te gaan bivakkeren en brengen al hun bedden naar buiten in de tuin om daar de nacht door te brengen. Wies vindt het maar raar, het voelt niet goed en ze schakelt de media in. In een mum van tijd krijgen ze hulp uit verschillende hoeken. Maar na twee weken is de koek wel op. Gelukkig is het huis dan ineens af, maar de bewoners zijn kwaad en voelen zich beetgenomen als ze het resultaat zien: het lijkt wel een ziekenhuis en al hun spullen en mooie kleuren zijn weg. Tijd voor actie! Wies vraagt hulp aan de helpers. Helpers zijn geen gewone mensen. Ze kúnnen dingen en ze wéten dingen die andere mensen niet kunnen weten. Zou het goedkomen met Huize Grijsoord?

Dit boek bevat weer heerlijke humor. Onder andere door de manier waarop uitdrukkingen worden uitgelegd, zoals ' met de deur in huis vallen' en 'de boel moet op de schop'. Deze uitdrukkingen worden grappig uitgelegd door de reacties op deze opmerkingen van de vergeetachtige mevrouw Rozeboom. En dan die 'eentonige voorlezer' die meneer Abdoel in Huize Grijsoord gaat voorlezen; erg leuk bedacht om even te laten merken dat de manier van voorlezen zeker uitmaakt.


Vooral aan te raden voor kinderen vanaf een jaar of 8 om zelf te lezen en ook geschikt om voor te lezen aan jongere kinderen (vanaf 6 jaar). De gebeurtenissen zijn namelijk heel overzichtelijk zonder veel uit te weiden over andere zaken.



bottom of page